Familie Curvers | Anna Maria Elisabeth Curvers 1875-1958 (aangepast 4 juli 2022)
187
page-template-default,page,page-id-187,page-child,parent-pageid-11,qode-social-login-1.0,qode-restaurant-1.0,ajax_fade,page_not_loaded,,select-theme-ver-4.1,wpb-js-composer js-comp-ver-5.2,vc_responsive
 

Anna Maria Elisabeth Curvers 1875-1958 (aangepast 4 juli 2022)

Anna Maria Elisabeth Curvers (VIIg1), (Dochter van Peter Mathijs Hubertus Curvers (VIIg) en Elisabeth Helwegen.) geboren te Linne, 22 april 1875, overleden 15 juli 1958. Gehuwd op 18 maart 1900 met Wilhelmus (Wulmke) Ramakers (5 april 1869 – 20 oktober 1947) te Wickrath (Brd). Beide wonen op dat moment (tijdelijk) in Duitsland; Beth als dienstmaagd in Wickrathberg, Wulm als knecht in Mönchen Gladbach.

In 1911 koopt Wulm, samen met zijn schoonbroers Leonardus, Sjang en Josef Curvers, allen landbouwers, ruim 19 hectare grond in het buurtschap Santfort, onder Hunsel, voor de som van twee duizend achthonderd gulden [1]. De verdeling van deze gronden vindt formeel pas plaats op 1 december 1913 (ingeschreven in het kadaster op 4 februari 1914) middels een akte van verdeling. Wulm heeft dan al een boerderij laten bouwen op zijn gedeelte van het perceel, groot 5.2.75 ha, getuige de gevelsteen met initialen en jaartal 1913. De boerderij staat er nog steeds maar is niet meer bewoond. Ernaast is een nieuw woonhuis gebouwd. Door de aanleg van het Kanaal Wessem-Nederweert moet Wulm behoorlijk wat grond afstaan. Na twee onteigeningsrondes, in 1919 en 1922, blijft er slechts 3.94 ha over.

Gevelsteen van de boerderij van de familie Ramakers-Curvers

Ook tijdens de tweede wereldoorlog woont Wulm en zijn gezin in zijn boerderij in Santfort aan de Nieuwstraat (tegenwoordig Kanaalstraat). Vanaf eind september 1944 is de zuidkant van het kanaal al grotendeels bevrijd door de Brigade Piron en ligt de kanaalzone in de frontlinie. De Duitsers bezetten nog bruggenhoofden aan het kanaal en in Wessem. Regelmatig vinden er in die periode gewapende schermutselingen plaats. Op 6 oktober 1944 worden ze samen met Curvers Lei, Curvers Tjeu en Curvers Sjang door de OD weggehaald met paard en wagen [2]. ‘…De volbeladen wagens met beddengoed, huisraad, varkens en hoornvee boden een trieste aanblik. Terwijl zij aan het laden waren, werd er voortdurend door de Duitsers op hen geschoten, en bij dat alles ratelden de mitrailleurs maar door…’

Na de evacuatie komt de boerderij van de familie Ramakers in een soort niemandsland te liggen waar regelmatig schermutselingen plaats vinden.  De brigade Piron die een groot gedeelte van het kanaalfront moet bewaken krijgt op 1 november steun van het 1e bataljon Oxfordshire en Buckingshire (kortweg de Ox en Bucks) van de Engelse “D” compagnie. John Roberts beschreef de ervaringen van dit bataljon van af Normandië tot Hamburg in het boek Enshrined in Stone. Hoofdstuk 8 van dit boek schetst  de hevigheid van de schermutselingen waarin de boerderij van de familie Ramakers lijdend voorwerp is op aangrijpende wijze. Een samenvatting van dit hoofdstuk is opgenomen in de rubriek achtergrondinformatie onder de titel  De Ox en Bucks in Santfort.

Zoon Joep (J.L. Ramakers) wordt genoemd als lid van de Hunselse OD (Orde Dienst). Het eerste dagrapport van de OD is gedateerd op 28 november 1944 [3]. Joep raakt op 30 november gewond door Duits granaatvuur [4].

 

Gezin Ramakers-Curvers vlnr Truke, Marie, An, vader Wulm, Neer, Bèr, Tjeu, moeder Beth, Joep, Sjang, Lies en Toke.

 

 

<< terug

 


[1] Akte van openbare verkoop dd. 18 december 1911 voor notaris P.Rutten te Heythuysen,  geregistreerd te Weert op 2 januari 1912 in deel 92, folio 52, vak 2.

[2] Oorlogsdagboek van Jacques van Geleuken, bewerkt door Jan Coolen, pagina 167.

[3] Oorlogsdagboek van Jacques van Geleuken, bewerkt door Jan Coolen, pagina 198.

[4] Oorlogsdagboek van Jacques van Geleuken, bewerkt door Jan Coolen, pagina 199.