Hendrik Kurvers (VIe), (Zoon van Petrus Kurvers (Vc) en Helena Collarding.) geboren 16 november 1802 te Neeritter, overleden op 15 oktober 1877 te Neeritter. Gehuwd met Maria Catharina Donders (Hunsel, 21 augustus 1803-Neeritter, 28 september 1875) op 3 december 1834 te Heemstede (Berkelo) [1]. Ten tijde van huwelijk wordt Hendrik genoemd als tuinmansknecht, zijn vrouw Maria als kleerbleekersdienstbode. Uit dit huwelijk worden vijf kinderen geboren.
In de zeventiende en achttiende eeuw was het rijke Holland bijzonder in trek bij grote aantallen seizoensarbeiders. Zo trokken ook mensen uit de omgeving van Neeritter naar het westen, voornamelijk om daar te werken in de blekerijen rond Haarlem. De blekerijen vond men met name in de duingebieden ten westen van Haarlem in onder meer Bloemdendaal, Velsen, Katwijk, Bennebroek en Heemstede. Deze streek stond al vanaf de zestiende eeuw bekend om zijn blekerijen. De blekerijen zijn te onderscheiden in de kapitaal intensievere linnen- lijn- en garenblekerijen en de sociaal in veel lager aanzien staande kleerblekerijen. De kleerblekerijen waren eigenlijk gewone wasserijen en draaiden het hele jaar door [2]. Deze vorm van seizoensarbeid neemt na de Franse Tijd in omvang af.
Ook Hendrik neemt op enig moment het besluit zijn geluk in het westen te beproeven. Waarschijnlijk treft hij daar Maria Catharina Donders uit Grathem voor het eerst. Ze trouwen met elkaar op 3 december 1834 in Heemstede (In de akte staat Berkelo). Het echtpaar woont langere tijd in Haarlem. De drie eerste kinderen, alle drie dochters, zijn er geboren. Bij de aangifte van het vierde kind, Joseph Hubertus (1843) wordt Hendrik genoemd als winkelier en het echtpaar woont dan weer in Neeritter.
In geboorteakte van zoon Peter Mathijs Hubertus (1846) wordt Hendrik genoemd als herbergier. In 1847 woont hij aan de Boschstraat 66 te Neeritter, wordt aangeduid als Rooms Katholiek, van beroep winkelier [3]. Hij woont hier met zijn vier kinderen. Dochter Helena is dan inmiddels overleden. Het is (nog) niet duidelijk waar het gezin in de periode 1840 -1847 woonde.
Vader Petrus (Peter, Pierre) Kurvers, genoemd als weduwnaar woont een periode bij zijn zoon in (Petrus wordt weduwnaar op 30 december 1852 en overlijdt in 1860)[4].
In 1863 is de woonhuisaanduiding Heide 153 en is het beroep van Hendrik landbouwer[5].
Dochter Petronella verhuist met Pasen 1851 naar Ophoven (Blg).[6] Zij trouwt op 20 januari 1865 in Neeritter met Joannes Jacobus Stienen.
Dochter Wilhelmina verhuist 01.04.1862 naar Ameren (Brd)[7].
Zie ook het achtergrondartikel Over blekers en schaapherders.
[1] Digitaal archief Kennermerland, Heemstede, aktejaar 1834 nr 17.
[2] Vullings, P.G.H.: Op mars voor geld en Keizer in de Kroetwès, Jrg 17, nr 2, mei 2009.
[3] GAR AvGN, Register der ingezetenen 1847/1849, blz 69.
[4] GAR AvGN, Register der ingezetenen 1850/1859, blz 70.
[5] GAR AvGN, Register der ingezetenen 1861/1869, blz 158.
[6] GAR AvGN, Register der ingezetenen 1850/1859, blz 70.
[7] GAR AvGN, Register der ingezetenen 1861/1869, blz 158.