Hubert Hendrik Jacob (Huub) KURVERS (IXm) wordt op 15 april 1940 in Echt geboren als eerste zoon van onderwijzer Sef Kurvers (VIIIl) en Philomena Slangen. Overleden te Deventer 22 oktober 2010, begraven te Echt op 28 oktober daarop volgend.
Huub heeft als kind al een grote aanleg voor tekenen. Hij is erg creatief net als zijn oudste zus en broer Leo. Volgens deze laatste komt het creatieve van moederskant.
Huub besluit in 1958 te gaan studeren aan de stadsacademie voor toegepaste kunst in Maastricht. Eindexamen doet hij in monumentale kunst met onder andere schilderen en gebrandschilderd glas en slaagt Cum Laude[1]. Van 1964 tot 1966 volgt hij in Bonn(D) een opleiding tot restaurateur van gepolychromeerde beelden, schilderijen en wandschilderingen bij de Rheinische Denkmalpflege.
Het is rond deze tijd dat de Rijksdienst voor Monumentenzorg (RDMZ) contact met Huub zoekt omdat ze dringend behoefte heeft aan een eigen restaurateur-schilderingen of iemand die daar voor opgeleid wil worden[2]. Daar heeft Huub wel oren naar. Zo volgt hij opleidingen in het Zwitserse Luzern, in het nationaal museum in Zürich en vervolgens in Fribourg, Sion en Basel. Dankzij een beurs van de Italiaanse regering en van Unesco volgt een studieverblijf in Rome (Instituto Central del Restauro e Patologia del Libro) en Firenze waar na de rampzalige overstroming van de Arno in 1966 grote vraag is naar restaurateurs.
Op 1 januari 1970 treed Huub daadwerkelijk in dienst van de RDMZ (thans rijksdienst cultureel erfgoed). Hij wordt dan landelijk adviseur voor de conservering en restauratie van schilderijen en voor afwerkingssystemen op architectuur, orgelkasten, betimmeringen, enz. Maar die start gaat niet vanzelf. Huub: ‘Zelf moest ik beginnen aan een leeg bureau omdat er immers geen voorganger was. …In 1970 was bij de Rijksdienst alle begin nog moeilijk; er moest bijvoorbeeld weken onderhandeld worden over de aanschaf van een zo noodzakelijk werktuig als een loep!’[3]
Huub wordt ook belast met het entameren en uitvoeren van kleuronderzoek en het geven van adviezen hierover t.b.v. zowel profaan als kerkelijk erfgoed. Huub wordt een vooraanstaand specialist/restaurateur en een veel gevraagde adviseur in menig restauratieproject. Zo is Huub ook betrokken bij de restauratie van eeuwenoude muurschilderingen in de Lambertuskerk in Neeritter[4], waarschijnlijk zonder zich te beseffen dat zijn eigen voorouders zich eeuwen daarvoor aan die schilderingen vergaapt hebben[5].
ln 1971 gaat Huub in het historische Stokstraatkwartier van Deventer wonen waar hij zijn eigen atelier naast de deur heeft. Vanaf 1980 combineert hij zijn werk bij de rijksdienst steeds meer met zijn eigen kunstenaarschap. Naast wand- en plafondschilderingen vormt glaskunst (glas in lood en gebrandschilderde ramen) de rode draad in zijn werk. Monumentale kunst dus. Kunst die onlosmakelijk verbonden is aan gebouwen als kerken, scholen, ziekenhuizen, kantoren en andere historische panden. Hij zelf zegt hierover: ‘Ik maak toegepaste kunst, onderdanig aan de plek’ en ‘Ik vind dat de kunstenaar zich moet onderwerpen aan de beperkingen van de omgeving…..Een kunstwerk dat maar ergens in de lucht hangt vind ik wat armoedig’[6]. Huub laat zijn werk nadrukkelijk vorm krijgen door de indrukken die de omgeving waarin zijn werk terecht komt op hem heeft. Die inspiratie geven zijn ontwerpen vorm.
Naar aanleiding van een opdracht voor een plafondschildering in een historisch interieur formuleert Huub het zo: ‘De ontstoring van een dramatische lacune, dát is mijn drive!. Ik tracht mij een beeld te vormen van de materie, van het wezen van wat ik ergens aantref, voordat ik ook maar één streep op papier zet. Daarbij volg ik vooral mijn intuïtie en probeer tastenderwijs aan het bestaande interieurconcept iets uit de huidige tijd toe te voegen. Die toevoeging moet herkenbaar zijn als iets van nú. Maar ook moet deze zich schikken naar het al aanwezige, naar de specifieke eigenaardigheden van het gebouw.’[7]
Minder bekend zijn de schilderijen en tekeningen van Huub.
In zijn werk combineert Huub ambacht en autonome kunst en dat maakt hem zeer gewild bij opdrachtgevers. Zijn, wat hij zelf noemt, toegepaste kunst is moeilijk in hokjes te vatten. Monumentale kunst, omgevingskunst, gemeenschapskunst, abstract, expressionistisch? Zijn werk doet denken aan namen als Charles Eyck, Joep Nicolas, Henri Jonas allen exponenten van de Limburgse school[8]. En als Eugène Laudy een late exponent[9] hiervan genoemd wordt dan geldt dit zeker ook voor Huub Kurvers.
Zijn glaswerken (zijn ontwerpen[10]) en plafond/muurschilderingen zijn in heel Nederland en daarbuiten te vinden. Hieronder in willekeurige volgorde enkele Limburgse plaatsen waar werk van Huub te bewonderen is:
ramen in de Aldegundiskerk in Buggenum (2000)
ramen in de Landricuskerk in Echt (1996)
ramen in de Christoffelkathedraal in Roermond (2006)
raam in de Mathiaskerk in Posterholt (1997)
het Christoffelraam in de Sint Servaasbasiliek in Maastricht (1990)
decoratieve ramen in het Kruisherenhotel in Maastricht (ca. 2005)
twee Edith Steinramen in de Landricuskerk in Echt (2008)
ramen in de Gertrudiskerk in Maasbracht (1998)
de ramen in de oude St Johannes de Doperkerk in Eygelshoven
wand- en plafondschilderingen in kasteel Obbicht en Winselerhof te Landgraaf
Kort voor zijn dood krijgt Huub de zilveren stadspenning van de gemeente Deventer uitgereikt als waardering voor zijn bijdrage in de restauratie van veel monumenten in de stad en zijn niet aflatende inzet voor behoud van het culturele erfgoed.
Hij overlijdt op 22 oktober 2010 in Deventer en wordt daarna begraven in zijn geboorteplaats Echt. Terug naar zijn geboortedorp want die verbondenheid is altijd gebleven[11].
Dit artikel is in belangrijke mate gebaseerd op een publicatie in Maasgouwnieuws van 13 juli 2011 en de eerder genoemde uitgave Leven met Kleur, een uitgave van de Rijksdienst voor Monumentenzorg uit 2005 ter gelegenheid van een overzichtstentoonstelling van Huub Kurvers in de Lebuiniskerk in Deventer.
[1] Jaarboek Heemkundekring Echterlandj deel 12 (2012), blz.56.
[2] R. Meischke, destijds waarnemend hoofddirecteur van de RDMZ, schreef op 24 juli 1967 aan de minister van CRM: ‘Het probleem van behoud en onderhoud van muurschilderingen is thans bij verscheidene laboratoria en monumentendiensten in studie. Over het algemeen ligt de situatie in het buitenland gunstiger, omdat vrijwel iedere monumentendienst in het bezit is van een restauratie-atelier en in eigen beheer de noodzakelijke herstellingen en onderhoudswerkzaamheden kan uitvoeren.’ In Nederland moesten steeds particuliere restaurateurs worden ingeschakeld, aldus Meischke. Ongetwijfeld op zijn instigatie werd daarom de Stadsacademie voor Toegepaste Kunsten in Maastricht benaderd met de vraag of men daar iemand kende die opgeleid zou kunnen worden tot restaurator van schilderingen. De academie legde het contact met Kurvers. Een gesprek tussen hem en C.J.M. van der Veken, RDMZ-rayonarchitect in Limburg, volgde en het ‘klikte’. Bron: Jaarboek Monumentenzorg 1997, blz. 263.
[3] Jaarboek Monumentenzorg 1997 waarin aandacht voor het 50 jarig bestaan van de Rijksdienst voor Monumenten Zorg. Onder de titel Schilderingen en Monumentenzorg geeft Huub een overzicht van de ontwikkelingen op zijn vakgebied binnen de RDMZ. Pagina 239 ev.
[4] Ter gelegenheid van het 350 jarig bestaan van schutterij St Lambertus Neeritter werd een artikel van Huub over deze restauratie opgenomen in de hun jubileumuitgave. Dit artikel is elders op deze site als achtergrondartikel opgenomen.
[5] Zijn overgrootvader, Mathijs Curvers, (geboren 24 februari 1795) verliet Neeritter in 1822 om te trouwen met Maria Swiljens en zich vervolgens te vestigen in het buurtschap Aasterberg onder Echt.
[6] Leven met Kleur, uitgave rijksdienst voor Monumentenzorg 2005, blz. 8.
[7] Zie voetnoot 3.
[8] De Limburgse school was een stroming van beeldend kunstenaars die in Nederland in de eerste helft van de twintigste eeuw schilderijen en wand- en glasschilderingen in voornamelijk Rooms Katholieke kerken maakten. Veelal in een licht romantisch expressionisme. Bron Wikipedia.
[9] De Maasgouw, tijdschrift LGOG, jaargang 142, 2023 no 1 blz 25 ev.
[10] Naast het gehele voortraject en de ontwerpen neemt Huub Kurvers ook het uitzoeken van het glas voor zijn rekening. Het snijden van de sjablonen wordt in een glasatelier onder zijn toezicht uitgevoerd door vakmensen. Specifieke artistieke glazenierstechnieken, zoals het etsen en schilderen worden door hem zelf uitgevoerd. Alle overige werkzaamheden (zoals loodzetten, kitten en plaatsen) komen voor rekening het glasatelier.
[11] Jaarboek Heemkundekring Echterlandj deel 12 (2012), blz.69