Wieny sterft op 28 mei 2013, veel te jong. Wieny heeft volgens sommigen een filosofische inslag. Een dichterlijke in elk geval. In de vroeg jaren ‘70 verschijnen er gedichtjes, overpeinzingen, gedachten kronkels, of hoe je het ook moge noemen, van haar in het Limburgs dagblad. In 1974 publiceert ze een gedichtenbundel onder het pseudoniem Kasa Kampus met als titel Era van een Parallel. Na haar dood blijken meer dan 600 gedichten deel uit te maken van haar nalatenschap! Decennia lang netjes opgeschreven in haar schriftjes, wachtend op geïnteresseerde lezers. Wieny kan ons helaas niet meer vertellen wat haar drijfveer was om zoveel mooie gedachten aan het papier toe te vertrouwen. Want mooi zijn ze. Om met de woorden uit haar eigen gedicht te spreken…”schetst ze taal, tekent tekst en schildert ze een gedicht.”
Geniet hieronder van enkele van haar gedichten.
Wolkenengel
de wolken jagen langs
waarnaar ik kijk
hun randen zijn oranje
maar het hart oogt grijs
hun vormen zijn soms wild
dan weer het zacht van rond
of dier met voedsel in zijn mond
weemoed die een honger stilt
ze gaan naar waar
ik niet kan volgen
konden ze me dragen
ik zou liften op hun drift
en me een engel wanen
zo vluchtig, onvoorstelbaar licht
-0-
zonder titel
er vliegt een vogel over
geruisloos en in rechte lijn
hij heeft geen auto
nodig noch een fiets
of wegenkaart
ik kijk hem na
tot hij verdwijnt
tot niets
-0-
Vet Koel
scheer je hoofdhaar in een nazicoupe
brand je eeuwige liefde boven je billen
pierce een parel door je tong
een neusring door je navel
hang gewicht aan je genot
bestook je trommelvliezen met geluidsgranaten
kneed je hartslag met een tegenbeat
jaag wat droomstof door je venen
doe een jackass-act in het echt
rij die straatrace in de avondspits
jump bungee met een rotte rubber
toe maar; test de kreukelzone van je leven
doe maar
-0-
Een lente
alles klopt
langs fluwelen waterwegen
wiegen katjes
zich in droom
glanzend gras
wuift naar de wereld
kievitten kammen
hun kuiven in de wind
in beekjes gorgelen
zich duikerkelen schoon
lover legt
de hartkern bloot
de akkers zijn een
open schoot
op paden
bloeden geamputeerde takken
dood, tussen kruisen
ligt wat aarde
omgewoeld
-0-
Tegendraads
vandaag de dag moet alles duidelijk
als ik zwart schrijf wil men lezen dat het nacht is
dus schrijf ik dat het zwart is, zonder nacht
op vandaag moet alles duidelijk
als ik een boom denk laat ik die dus zien
ik zet bijvoorbeeld op zijn bladeren ogen
maar het kan ook op de takken zijn
of ik laat zijn zachte spreken horen
dat zingen lijkt maar ’t is dat niet
wat wil ook alweer het hedendaagse streven?
o ja dat alles vooral duidelijk is
helaas, want soms wil ik alleen maskeren